Dubhe zei dat het schuifdeuren waren die vanzelf open en dicht gingen. Mooneye schudden haar kop en liet zich leiden door haar neus en landen op een van de schappen, maar de waren die daar opstonden trok ze met haar poten en vleugels van de plank en goide die op de grond. Mooneye keek er even naar en richten zich later op vreemde kasten die doorzichtig waren. Al fladderend vloog Mooneye daar heen, maar ze kon niet op de schappen landen, want ze kon daar niet bij. Toen Dubhe haar riep draaide Mooneye zich om en schoot door de gangen en verdwaalde al snel tot ze er genoeg van kreeg en hoger dan de ladekasten ging vliegen en Dubhe bijna bij de kassa's vond. 'Als er niemand is hoe je dat denk ik niet te doen?' zei Mooneye meer vragend tegen zichzelf dan tegen Dubhe en landen op een van de loopbanden die voor boodschappen bedoelt waren dan voor een Felipax.