Verveeld liep een meisje met bloedrode haren rond bij het meer, soms hield ze halt om even rond te kijken of er niemand in de buurt was. Ze vroeg zich af of ze nu haar zus moest ontlopen of haar te vertellen wat er allemaal gebeurd was nadat ze waren weg gegaan bij hun moeder. Ze sloot haar ogen maar ze opende al direct haar rode ogen weer, ze zag alles weer voor zich, hoe hij haar had aangeraakt.. Ze schudde even haar hoofd in de hoop de gedachte uit haar hoofd weg te schudden, al hielp dat niet echt. Ze zou altijd herrinerd worden aan de vreselijke dagen bij haar vader. Met haar gedachten in de knoop liep ze vedre tot ze opeens wat hoorde. Ze stond stijf stil, bang voor wat er zou gebeuren. Haar ogen gleden verder over de struikgewassen, wie zou het zijn, en wat deed hij hier of wat wilde hij. Of zat hij hier al lang. Ze keek hem even aan ze stond nu achter hem, aarzelend of ze hem zou benaderen, maar haar nieuwsgierigheid overheeste en aarzelend of ze de goeie beslissing nam liep ze verder. "Hoi", zei ze voorzichtig. De jongen zag er nu niet echt uit of hij haar meteen zou aanvallen. Ze keek over het meer waar kleine wezentjes over het water dansten en andere die in het struikgewas dicht bij hen giegelde. Ze keek er raar aan, had nu één een grapje gemaakt of zaten ze haar nu uit te lace,hen omdat ze waarschijnlijk erg dom overkwam op de jongen?